Toen DAF begon met trucks bouwen, was dat met een programma aan frontstuur trucks. Dit’in een tijd dat een meerderheid van de vrachtwagens nog een neus had. Na een paar jaar kwam DAF dan toch met een ‘torpedo’. De techiek was natuurlijk grotendeels gelijk aan die van de frontstuurtypen. De letter A stond voor een bakwagenchassis, T voor een trekker. Hoe hoger het cijfer achter de letter, hoe zwaarder de truck. Enkele voorbeelden:
DAF T13.
DAF A13.
DAF T15.
DAF A15.
DAF T16.
DAF A16.
DAF T18.
Toen DAF een dochter van International was, werd de DAF N2500 leverbaar. In principe gewoon een International Paystar met DAF 825 turbo motor. Hier zijn slechts een handvol van gebouwd, voor de Hoogovens.
Voor de export ontwikkelde men eind jaren ’70 zelf weer een torpedo, de N2800.
Het prototype heeft een eigen blogpost.
De uiteindelijke truck kreeg een Magrius-Deutz cabine. De trekkerversie heette DAF NTT2800.
De motorwagen DAF NAT2800.
Over de DAF N3300 gaan veel verhalen, maar het schijnt dat hij af fabiek nooit geleverd is. Maar de DAF F2800 motor door een DAF F3300 motor vervangen is natuurlijk een koud kunstje.
De N2800 was alleen als 6×4 leverbaar. En toch was er een 6×6, versie, maar die werd niet door DAF gebouwd: de GINAF N380. Foto Hans Kramer.
De N2800 was het laatste eigen torpedomodel van DAF. Maar A.Jansen, een enthousiast gebruiker van dat model, wilde toch graag weer een DAF neus. Geïnspireerd door de Vlastuin Scania-neuzen en Iveco Strator liet men door haar DAF dealer twee stuks van een eigen model bouwen, op basis van de XF105: de DAF XT.
Het bericht Truckspotgids: de neuzen van DAF verscheen eerst op Alex Miedema.